Harry van Goor 2017
source:  Wikipedia, the free encyclopedia
Taxonomische indeling
Rijk:
Stam:
Chordata
Klasse:
Amfibia
Orde:
Anura
Familie:
Hylidae
Geslacht:
Hyla
Latijnse naam:
De boomkikker wordt ongeveer 3 tot 4 centimeter lang, de vrouwtjes worden gemiddeld iets groter dan de mannetjes tot 4,5 cm en bereiken in uitzonderlijke
gevallen 5 cm. De huid is glad aan de bovenzijde maar korrelig op de buik, de trommelvliezen aan weerszijden van de kop zijn duidelijk zichtbaar door de
bruine kleur, de iris is geel tot oranje van kleur en heeft een enigszins elliptische horizontale pupil. De gepaarde gifklieren achter de ogen worden paratoïden
genoemd en zijn niet sterk vergroot. De kikker heeft zogenaamde vomerine tanden; tandachtige structuren in het verhemelte van de bek.
De boomkikker draagt hechtschijven aan de uiteinden van de vingers en de tenen. Dit zijn kleine schijfvormige structuren die qua vorm doen denken aan
zuignappen maar een wezenlijk andere werking hebben. Net als andere kikkers hebben de hechtschijven een fijne structuur met zeer kleine kanaaltjes,
waarin bij het neerzetten van de hechtschijf vocht wordt gedreven waardoor de kikker blijft plakken, zie ook onder kikkers. Bij het klimmen speelt ook de
buikzijde een rol, door het slijmlaagje van de huid blijft de kikker beter plakken.
Een typisch kenmerk van de boomkikker is de heldere, groene kleur en het ontbreken van vlekken of strepen op de rug. De kleur is meestal lichtgroen, maar
kan ook groengrijs tot geelbruin of bruin zijn, afhankelijk van de temperatuur en de gemoedstoestand van de kikker. Het veranderen van kleur heeft niets
met het aanpassen aan de ondergrond te maken. Indien gestrest (bijvoorbeeld bij hantering) wordt de kleur donkerder tot donkergroen of -bruin. Ook
kunnen vlekken ontstaan op de rug.
Herkenning
Animalia
Categorie: Kikkers
Naam:
 Boomkikker
(Kikkers)
 (Boomkikkers)
(Chordadieren)
(Amfibieën)
(Dieren)
Taxonomische indeling
Rijk:
Stam:
Chordata
Klasse:
Amfibia
Orde:
Anura
Familie:
Ranidae
Geslacht:
Lithobates
Latijnse naam:
De Amerikaanse stierkikker is een van de bekendere soorten kikkers in de Verenigde Staten vanwege het grote lichaam. Volgroeide exemplaren zijn
daardoor makkelijk van andere kikkers te onderscheiden.
De Amerikaanse stierkikker is een relatief grote soort die een gemiddelde lichaamslengte bereikt van ongeveer tien tot 15 centimeter. De grotere
exemplaren hebben een lichaamsgewicht van ongeveer een halve kilo. De mannetjes blijven wat kleiner en bereiken een lichaamslengte 11 tot bijna 18
centimeter, de vrouwtjes worden gemiddeld wat groter en bereiken een lengte van 12 tot ruim 18 cm. Het is de grootste kikkersoort die van nature voorkomt
in Noord-Amerika. Het grootst bekende exemplaar bereikte een lichaamslengte van 20,3 cm.
De bovenzijde van het lichaam is groen tot bruin van kleur, Vrouwtjes zijn over het algemeen meer gevlekt dan de mannetjes, die een meer uniforme kleur
hebben. De geslachten zijn echter beter te herkennen aan de grootte van het trommelvlies. De bovenzijde van zowel man als vrouw kan egaal groen tot
grijs of bruin gevlekt zijn, vaak is een nettekening aanwezig. Mannetjes hebben vaker een groenere kleur dan vrouwtjes. De huid is meestal glad, maar
soms komen vele kleine bultjes voor op de bovenzijde van het lichaam. De huid is echter nooit wrattig zoals bij veel padden het geval is.
Herkenning
Animalia
Naam:
Amerikaanse stierkikker
(Kikkers)
(Echte kikkers)
(Chordadieren)
(Amfibieën)
(Dieren)
Taxonomische indeling
Rijk:
Stam:
Chordata
Klasse:
Amfibia
Orde:
Anura
Familie:
Ranidae
Geslacht:
Rana
Latijnse naam:
De bruine kikker is een relatief grote, gedrongen kikker met een grote, platte kop en een relatief stompe snuit. De kikker wordt gemiddeld 7 tot 9 centimeter
lang. Mannetjes kunnen tot maximaal 10 cm lang worden. De vrouwtjes worden gemiddeld groter en bereiken maximaal 11 centimeter.
De kleur van de bruine kikker is altijd bruin, vrouwtjes neigen vaak meer naar rood, maar de variatie is enorm en ieder exemplaar heeft een iets afwijkende
tekening. Kenmerkend is de grote donkerbruine driehoekige vlek van de neusgaten over het oog naar de bovenzijde van de voorpoot, in de vlek is het
trommelvlies gelegen dat ongeveer dezelfde kleur heeft en moeilijk te zien is. Het trommelvlies of tympanum is ongeveer 3/4 van de diameter van het oog,
een verschil met sommige andere soorten. Op de bovenlip is vaak, maar niet altijd, een lichtere streep aanwezig. Op de bovenzijde van de rug zijn twee
huidplooien of dorsolaterale lijsten aanwezig die goed zichtbaar zijn door de lichtere kleur, met op het midden van de rug een lichtere maar niet altijd
duidelijk zichtbare streep. De achterpoten zijn altijd donker gebandeerd al kan de intensiteit variëren van duidelijk gebandeerd tot nauwelijks waarneembaar.
De buik is wit tot geelwit en vertoont soms een lichte grijze marmertekening bij de mannetjes tot een gele of rode marmertekening bij de vrouwtjes. De keel
is vaak wit of soms grijs met vaak een lichtere middenstreep.
De kleur van de kikker verandert tijdens de voortplantingstijd, de vrouwtjes krijgen gele en rode kleuren aan de flanken. Mannetjes worden wat grijzig, soms
met blauwe vlekjes op de flanken, maar ze worden niet blauw zoals de heikikker.
De kleur van de rug en bovenzijde van de kop is zeer variabel: van uniform bruin en ongetekend tot juist duidelijk gevlekt.
Herkenning
Animalia
Naam:
Bruine kikker
(Kikkers)
(Echte kikkers)
(Chordadieren)
(Amfibieën)
(Dieren)
Taxonomische indeling
Rijk:
Stam:
Chordata
Klasse:
Amfibia
Orde:
Anura
Familie:
Ranidae
Geslacht:
Rana
Rana Arvalis
Latijnse naam:
De heikikker heeft een bruine kleur, vaak met vlekken op de rug en flanken, de achterpoten zijn licht gebandeerd. Ongevlekte exemplaren komen ook voor,
deze hebben een kleur die doet denken aan kipfilet. De dorsolaterale lijsten zijn vaak lichter van kleur, op het midden van de rug is vaak een lichte rugstreep
aanwezig, begrensd door donkere wratten. Bij sommige populaties ontbreekt deze streep echter. De buik is meestal ongevlekt of soms grijs gemarmerd aan
de flanken. Ook dit kenmerk geldt niet voor alle populaties, sommige populaties hebben juist altijd een gevlekte buik. Achter de ogen is een zeer brede,
bruine langwerpige oogvlek aanwezig die loopt van het oog tot de voorpoot. Over de onderlip loopt een gele streep tot de mondhoeken. De achterpoot van
de heikikker is eenvoudig te herkennen aan de relatief grote metatarsusknobbel. Deze structuur is verhard en veel langer dan die van andere soorten, die
meestal een zachte knobbel hebben.
De kop eindigt relatief spits, de ogen zijn geelbruin van kleur, de pupil is horizontaal en enigszins elliptisch. Het trommelvlies is gelegen in de oogvlek en
bruin van kleur, het heeft een diameter van ongeveer twee derde van die van het oog.
De heikikker bereikt een lengte van ongeveer 55 tot 60 millimeter en kan tot 7 cm lang worden. In uitzonderlijke gevallen wordt een lengte van 8 cm bereikt,
maar dit geldt alleen voor exemplaren in het zuidoostelijke deel van het verspreidingsgebied. Mannetjes in de paartijd zijn vaak donkerder tot blauw
gekleurd, zie ook onder het kopje voortplanting.
Herkenning
Animalia
Naam:
Heikikker
(Kikkers)
(Echte kikkers)
(Chordadieren)
(Amfibieën)
(Dieren)
Taxonomische indeling
Rijk:
Stam:
Chordata
Klasse:
Amfibia
Orde:
Anura
Familie:
Ranidae
Geslacht:
Pelophylax
Pelophylax Lessonae
Latijnse naam:
De poelkikker heeft een groene kleur en bereikt een lengte van ongeveer 5 tot 6 centimeter. De mannetjes blijven kleiner dan de vrouwtjes en worden zo'n
45 tot 55 millimeter lang, maximaal 70 mm. De vrouwtjes worden ongeveer 55 tot 65 millimeter lang met uitschieters tot 80 mm.
De lichaamskleur van de poelkikker is net als andere groene kikker die een groot verspreidingsgebied hebben zeer variabel. De kikker is dan ook
gemakkelijk met andere soorten te verwarren, zie ook onder onderscheid met andere soorten. De basiskleur van de poelkikker is net als de andere
Pelophylax- soorten meestal groen, in het noordelijke deel van het verspreidingsgebied komen meer bruine variaties voor. De groene kleur is echter
eveneens variabel, de meeste exemplaren zijn grasgroen tot donkergroen, mannetjes krijgen in de paartijd een lichtere kleur die het paarkleed wordt
genoemd. Ze worden dan lichtgroen tot geelgroen en zijn duidelijk te onderscheiden van de vrouwtjes. De dorsale (rug)zijde is in de regel donkerder dan de
flanken en de buik is altijd zeer licht en neigt naar wit. De rug is bruin tot donkergroen met lichtere strepen en lichtgroene flanken; op het midden van de rug
is een lichte streep aanwezig. De dorsolaterale lijsten zijn bruin en steken hiermee af tegen de meestal groene basiskleur. De poten en flanken zijn bedekt
met zwarte of donkerbruine vlekken. De snuit is relatief spits, de klierlijst die van het oog naar het tympanum loopt is vaak minder geprononceerd dan bij de
gelijkende meerkikker. De kwaakblazen van de poelkikker zijn wit en enigszins transparant.
Herkenning
Animalia
Naam:
Kleine groene kikker (Poelkikker)
(Kikkers)
(Echte kikkers)
(Chordadieren)
(Amfibieën)
(Dieren)
Taxonomische indeling
Rijk:
Stam:
Chordata
Klasse:
Amfibia
Orde:
Anura
Familie:
Ranidae
Geslacht:
Pelophylax
Latijnse naam:
De meerkikker bereikt een lengte van ongeveer 10 tot 14 centimeter, de mannetjes blijven kleiner dan de vrouwtjes. Exemplaren langer dan 10 cm zijn
meestal vrouwtjes, in uitzonderlijke gevallen kan een vrouwtje een lengte van 18 cm bereiken.
De meerkikker kent een grote variatie in kleur en patroon en is meestal donkergroen tot olijfbruin of grijs gekleurd, soms met enkele lichtere groene strepen
en meestal is een lichtere streep op de rug aanwezig. De achterpoten zijn duidelijk gebandeerd in dezelfde kleur als de rugvlekken. In het zuidoosten van
het Europese verspreidingsgebied komen groene exemplaren voor. De West-Europese populaties als in Nederland en België zijn meestal donkergroen tot -
grijs met donkere vlekken op de rug en flanken en drie duidelijke groene strepen op de rug. De achterpoten zijn goed ontwikkeld en dragen zwemvliezen.
De metatarsusknobbel aan de achterpoot is klein en driehoekig tot cilindrisch van vorm. Op het midden van de rug is een lichtgroene lengtestreep aanwezig
die loopt van de snuitpunt tot tussen de achterpoten. De twee duidelijk zichtbare dorsolaterale lijsten, de klierlijsten aan weerszijden van de rug, zijn soms
bruin tot oranje gekleurd. Achter het oog begint een tweede klierlijst die boven het trommelvlies doorloopt tot boven de achterpoten.
Herkenning
Animalia
Naam:
Meerkikker
(Kikkers)
(Echte kikkers)
(Chordadieren)
(Amfibieën)
(Dieren)