[A] Bovenstandig: de bek wijst naar boven.
[B] Eindstandig: de bek wijst naar voren.
[C] Onderstandig: de bek wijst naar beneden.
1: Het bezit van bekdraden
2: De stand van de bek (zie bekstanden)
3: Het aantal schubben op de zijlijn (tellen van kop tot staartvin)
4: Aantal. vorm en plaats van de rugvin (nen)
5: De vetvin (tussen rug en staartvin)
6: De vorm van de staartvin
7:Vorm en plaats van de anaalvin
8 Buikvinnen
9 Bostvinnen
Bekstanden (zie punt 2)
Staartvinnen (zie punt 6)