Harry van Goor 2017
source:  Wikipedia, the free encyclopedia
Categorie:       
Naam:
Geoord Helmkruid
Taxonomische indeling
Rijk:
Stam:
Klasse:
Cade:
Cade:
Orde:
Familie:
Geslacht:
Scrophularia
Helmkruid
Scrophulariaceae
Lamiales
Lamiiden
Bedektzadigen
Spermatopsida
Embryophyta
Plantae
Helmkruidfamilie
Zaadplanten
Landplanten
Planten
Latijnse naam:
Geoord helmkruid (Scrophularia auriculata) is een overblijvende plant die behoort tot de helmkruidfamilie (Scrophulariaceae). De plant komt van nature voor in West-Europa, Noordwest-Afrika en op de Azoren. De cultivar Scrophularia auriculata 'Variegata' met witgerande bladeren wordt in de siertuin gebruikt. De plant wordt 60-120 cm hoog en heeft een scherp vierkantige, gevleugelde stengel. De vleugels zijn tot 1 mm breed. De onderste, tegenoverstaande, donkergroene, langwerpige, gekartelde bladeren hebben een hartvormige voet en aan de top van de bladsteel zitten meestal een of twee kleine zijlobben (oortjes), waaraan de plant zijn naam te danken heeft. De bovenste, gezaagde bladeren hebben geen lobben.Geoord helmkruid (Scrophularia auriculata) is een overblijvende plant die behoort tot de helmkruidfamilie (Scrophulariaceae). De plant komt van nature voor in West-Europa, Noordwest-Afrika en op de Azoren. De cultivar Scrophularia auriculata 'Variegata' met witgerande bladeren wordt in de siertuin gebruikt. De plant wordt 60-120 cm hoog en heeft een scherp vierkantige, gevleugelde stengel. De vleugels zijn tot 1 mm breed. De onderste, tegenoverstaande, donkergroene, langwerpige, gekartelde bladeren hebben een hartvormige voet en aan de top van de bladsteel zitten meestal een of twee kleine zijlobben (oortjes), waaraan de plant zijn naam te danken heeft. De bovenste, gezaagde bladeren hebben geen lobben. Geoord helmkruid bloeit van juni tot september aan het eind van de stengel met open tweelippige, donkerpaarsachtig bruine, 0,8-1 cm lange bloemen. De voet van de bloem is geelgroen. Het onder de bovenste kroonslippen zittende staminodium is rondachtig. De ronde kelkslippen zijn breed vliezig gerand. De schutbladen zijn lijnvormig. De bloeiwijzen zijn veelbloemige bijschermen, die in een pluim gerangschikt zijn. De vrucht is een ronde doosvrucht. De plant komt voor langs waterkanten op natte, voedselrijke, kalkhoudende grond.
Herkenning
Naam:
Kattenstaart
Taxonomische indeling
Rijk:
Stam:
Klasse:
Cade:
Cade:
Orde:
Familie:
Geslacht:
Lythrum
Kattenstaart
Lythraceae
Myrtales
Rosiden
Bedektzadigen
Spermatopsida
Embryophyta
Plantae
Kattenstaartfamilie
Zaadplanten
Landplanten
Planten
Latijnse naam:
De grote kattenstaart (Lythrum salicaria) is een vaste plant uit de kattenstaartfamilie (Lythraceae). De soortaanduiding salicaria betekent: met blad dat lijkt op een wilgenblad. De plant heeft meestal tussen de 0,60-1,20 m lange, rechtopgaande, kantige stengels met vertakkingen. De 3-8 cm lange, lancetvormige tot eironde bladeren staan met twee of drie kruisgewijs tegenover elkaar, maar aan de top verspreid. De plant groeit in pollen met wortels tot een meter diep. De 1-1,6 cm grote bloemen groeien in schijnkransen uit de oksels van de bovenste bladen, elk heeft vier tot meestal zes kroonbladen en twaalf meeldraden. De paarsrode bloemen zijn gerangschikt in een tot 35 cm lange schijnaar. Ze zijn tweeslachtig en vertonen heterotristylie om zelfbestuiving te voorkomen. Dat betekent dat er drie soorten bloemen voorkomen (trimorf): kortstijlige bloemen met middellange en lange meeldraden middelstijlige bloemen met korte en lange meeldraden langstijlig bloemen met korte en middellange meeldraden. De bloeiperiode loopt van juni tot september.
Herkenning
Naam:
Grote Wederik
Taxonomische indeling
Rijk:
Stam:
Klasse:
Cade:
Cade:
Orde:
Familie:
Geslacht:
Lysimachia
Wederik
:Primulaceae
Ericales
Asteriden
Bedektzadigen
Spermatopsida
Embryophyta
Plantae
Zaadplanten
Landplanten
Planten
Latijnse naam:
Grote wederik (Lysimachia vulgaris) is een vaste plant uit het geslacht wederik (Lysimachia). De plant wordt 0,5-1,5 m hoog. De bloemen staan in eindelingse pluimen. De bloemkroon is geel. De bloemen hebben vijf kroonslippen die 7-30 mm lang zijn. Aan de voet hebben de kroonslippen dikwijls een bruinrode vlek. Aan de rand zijn ze bezet met klierharen. De kelkslippen zijn 3-5 mm lang en aan de rand gewimperd. De bladeren staan soms in tweetallen of in kransen van drie of vier aan de stengel. Ze zijn kortgesteeld, langwerpig en lopen in de top uit in een spits. De nerven springen een beetje uit en vormen netwerkjes. Op de bladeren zitten onregelmatige, rode klierpuntjes, die als het blad tegen het licht gehouden wordt goed zijn te zien. De plant heeft wortelstokken, in het water kunnen die soms rood en meterslang zijn. De vrucht is een doosvrucht. De grote wederik komt voor in de gematigde zone van Eurazië. In Nederland is de plant algemeen, met uitzondering van de zeekleigebieden en de Waddeneilanden. Ook in België is de plant aan de kust zeldzamer dan in het binnenland. Grote wederik komt voor op natte tot vochtige bodems. Ze kan deel uitmaken van allerlei verschillende typen vegetaties. Zo kan ze onderdeel uitmaken van ruigten op niet te voedselrijke bodem en groeit in vrij voedselarme grasland alsook in bossen. Langs waterkanten is ze geregeld aan te treffen.
Herkenning
Naam:
Kleine Biesvaren
Taxonomische indeling
Rijk:
Stam:
Klasse:
Cade:
Cade:
Orde:
Familie:
Geslacht:
Isoetes
Biesvaren
Isoetaceae
Isoetales
Lycopsida
Embryophyta
Plantae
Biesvarenfamilie
Wolfsklauwachtigen
Landplanten
Planten
Latijnse naam:
De Kleine biesvaren (Isoetes echinospora) is een meerjarige rozetplant die behoort tot de biesvarenfamilie (Isoetaceae). De plant komt voor in de koude en gematigde streken van het noordelijk halfrond. In Nederland staat de plant op de Nederlandse Rode lijst van planten als zeer zeldzaam en sterk in aantal afnemend. De soort groeit op zandbodems van voedselarme ondiepe heidevennen. De plant is 5-25cm hoog, komt voor in kleine en verspreide groepjes. De bladschijf is doorschijnend lichtgroen, buigzaam en slap. Van juli tot september worden sporen gevormd. De megasporen van de plant zijn wit en hebben dicht opeengeplaatste stekels. De plant wordt daarom ook wel stekelbiesvaren genoemd.
Herkenning
Naam:
Harig Wilgenroosje
Taxonomische indeling
Rijk:
Stam:
Klasse:
Cade:
Cade:
Orde:
Familie:
Geslacht:
Epilobium
Basterdwederik
Onagraceae
Myrtales
Rosiden
Bedektzadigen
Spermatopsida
Embryophyta
Plantae
Teunisbloemfamilie
Zaadplanten
Landplanten
Planten
Latijnse naam:
Het harig wilgenroosje (Epilobium hirsutum) is een 0,8-1,8 m hoge, algemeen voorkomende, vaste plant uit de teunisbloemfamilie (Onagraceae). De zachtbehaarde stengel draagt 6-12 cm lange, langwerpige bladeren. De bladeren zijn meestal tegenoverstaand, terwijl het middelste blad vaak stengelomvattend is. Ook de bladeren zijn zachtbehaard. De bloemen hebben een diameter van 1,5-2,5 cm, vier uitgerande, licht- tot donker magenta kroonbladen en een vierspletige stempel. De plant bloeit van juni tot september. De plant komt in België en Nederland algemeen voor op vochtige plaatsen, in ruigtes, langs slootkanten en op niet al te zware grond. Een diepte tot 10 cm in het water gedurende enige tijd is geen bezwaar, maar de plant kan echter geen langdurige natte voeten gebruiken en heeft ook behoefte aan veel licht. Onder deze omstandigheden kan de plant dichte bosschages vormen. Mogelijk onder invloed van de klimaatverandering breidt de plant zich naar het noorden uit. Zo werd in 1980 de plant op het Schotse eiland Skye nog niet waargenomen, terwijl de plant daar anno 2004 veel voorkomt.
Herkenning
Naam:
Koninginnekruid
Taxonomische indeling
Rijk:
Stam:
Klasse:
Cade:
Cade:
Orde:
Familie:
Geslacht:
Eupatorium
Asteraceae
Asterales
Campanuliden
Bedektzadigen
Spermatopsida
Embryophyta
Plantae
Composietenfamilie
Zaadplanten
Landplanten
Planten
Latijnse naam:
Koninginne(n)kruid of leverkruid (Eupatorium cannabinum) is een plant uit de composietenfamilie (Asteraceae). De soort wordt 30-170 cm hoog en groeit op vochtige plaatsen, bijvoorbeeld in ruigtes, aan waterkanten, in moerassen, rietlanden en vochtige bossen. Er vormen zich roze bloemhoofdjes van vijf of zes buisbloemen (soms wit). Het omwindsel heeft purperen topjes. De plant bloeit als schermvormige pluim van bloemhoofdjes. De bloeitijd is van juli tot september. De bladeren zijn tegenoverstaand. De onderste bladeren zijn omgekeerd-lancetvormig en gesteeld; de bovenste bladeren zijn driedelig, lancetvormig, ongesteeld en grof gezaagd. Koninginnekruid draagt een zwart nootje dat voorzien is van een pappus. De bloem produceert veel nectar en wordt door vlinders en bijen druk bezocht. Een thee van koninginnekruid werd vroeger gebruikt tegen verkoudheid en als laxeermiddel. In grote hoeveelheden tast hij de lever aan en kan leverkanker veroorzaken. Oorspronkelijk werd deze plant leverkruid genoemd.
Herkenning
Naam:
Koningsvaren
Taxonomische indeling
Rijk:
Stam:
Klasse:
Cade:
Cade:
Orde:
Familie:
Geslacht:
Osmunda
Osmundaceae
Osmundales
Polypodiopsida
Embryophyta
Plantae
Koningsvarenfamilie
Landplanten
Planten
Latijnse naam:
De koningsvaren (Osmunda regalis) is een varen uit de koningsvarenfamilie (Osmundaceae). De plant komt zeer plaatselijk in grotere aantallen voor in vochtige loofhoutbossen, veenmoerassen en aan beschaduwde slootkanten. Elders is hij zeer zeldzaam. De soort wordt ook wel als sierplant gehouden. In Nederland is de plant vanaf 1 januari 2017 niet meer wettelijk beschermd. De plant heeft dubbelgeveerde bladeren, die licht- of geelgroen zijn. De hoogte varieert van 0,2-3 m (in schaduw en in een goede grond). In het centrum staan vruchtbare bladeren. De buitenste bladeren zijn onvruchtbaar. De plant kan tot honderd jaar oud worden. De sporenhoopjes (sora) zitten bovenaan de vruchtbare bladeren aan smalle deelblaadjes, die een soort pluim vormen. De sporenhoopjes bestaan uit sporangiën, waarin de sporen gevormd worden. Ze worden later bruin. De sporen zijn rijp in juli of augustus. De koningsvaren is een terrestrische plant die groeit op vochtige plaatsen in of langs de rand van het loofbos, langs sloten of op open plaatsen. Hij is circumboreaal verspreid.
Herkenning
Naam:
Grote Lisdodde
Taxonomische indeling
Rijk:
Stam:
Klasse:
Cade:
Cade:
Orde:
Familie:
Geslacht:
Typha
Lisdodde
Typhaceae
Poales
Commeliniden
Bedektzadigen
Spermatopsida
Embryophyta
Plantae
Lisdoddefamilie
Zaadplanten
Landplanten
Planten
Latijnse naam:
De grote lisdodde (Typha latifolia) is een plant uit de lisdoddefamilie (Typhaceae). Het is een tot ruim 2 m hoge plant van voedselrijke oevers met lange grote bladeren, en een karakteristieke bruine 'sigaar' aan het uiteinde van zijn stengels. De plant bloeit in juni en juli met de mannelijke aar meestal direct boven de vrouwelijke lichtbruine aar, waaraan de bloemen zitten. Bij rijpheid zijn de vrouwelijke aren zwartachtig bruin; de sigaren. Bij de kleine lisdodde (Typha angustifolia) zijn de rijpe sigaren geelachtig tot groenachtig van kleur. De lisdodde staat op de Nederlandse Rode Lijst van planten als algemeen voorkomend en stabiel of toegenomen. De grote lisdodde is een zeer algemene plant en komt voor aan waterkanten in zeer voedselrijke omstandigheden en in zure, voedselrijk wordende vennen en plassen. De plant komt niet voor aan grote open wateren. De plant kan zich onder gunstige omstandigheden door middel van zijn wortelstokken snel verspreiden en speelt vaak een belangrijke rol bij het verlanden van ondiep water. De grote lisdodde staat niet op de Lijst van wettelijk beschermde planten in Nederland of de Lijst van wettelijk beschermde planten in België.
Herkenning
Oeverplanten-2
3e pagina 1e pagina