Harry van Goor 2017
source:  Wikipedia, the free encyclopedia
Categorie:
Naam:
Addertong
Taxonomische indeling
Rijk:
Stam:
Klasse:
Cade:
Cade:
Orde:
Familie:
Geslacht:
Ophioglossum
Ophioglossaceae
Ophioglossales
Euphyllophyta
Tracheophyta
Psilotopsida
Embryophyta
Plantae
Addertongfamilie
Landplanten
Planten
Latijnse naam:
Addertong (Ophioglossum) is een geslacht van ongeveer 50 soorten varens uit de addertongfamilie (Ophioglossaceae). Ze komen wereldwijd voor, voornamelijk in subtropische en tropische streken, overwegend in vochtige, verstoorde graslanden. De gewone addertong (Ophioglossum vulgatum) komt, zij het zeldzaam, in België en Nederland voor. De azorenaddertong (Ophioglossum azoricum) is nog zeldzamer in de Vlaamse duinen. Addertongen zijn voornamelijk terrestrische geofyten, die overwinteren met vlezige rizomen. Elke plant bestaat uit één, zelden meer bladen, met een onvruchtbaar deel, de trofofoor, en een vruchtbare sporofoor of sporenaar, met een gemeenschappelijke steel. De trofofoor is bladvormig, ongesteeld of zittend, ongedeeld, ovaal tot lancetvormig, met netvormige nerven en een spitse top. De sporenaar is eveneens ongedeeld, zittend tot lang gesteeld, vlezig, lancet- tot lijnvormig, geribbeld, de sporenhoopjes in twee rijen gescheiden door een diepe gleuf, en meestal met een spitse top. De plant laat niet elk jaar een sporenaar groeien, en soms wordt er zelfs niet elk jaar een blad gevormd. Dan leeft de plant ondergronds verder met behulp van mycorrhiza.
Herkenning
Naam:
Akkerkers
Taxonomische indeling
Rijk:
Stam:
Klasse:
Cade:
Cade:
Orde:
Familie:
Geslacht:
Rorippa
Waterkers
Brassicaceae
Brassicales
Malviden
Bedektzadigen
Spermatopsida
Embryophyta
Plantae
Kruisbloemenfamilie
Zaadplanten
Landplanten
Planten
Latijnse naam:
De akkerkers (Rorippa sylvestris) is een plant uit de kruisbloemenfamilie (Brassicaceae). In Midden-Europa is het een van de meest voorkomende soorten uit de familie. De soort komt van nature voor in Europa tot Noord-Afrika, Klein-Azië en het Midden-Oosten. De akkerkers is een vaste plant die 20-60 cm hoog wordt. 's Winters overwintert de plant met een bladrozet en dunne, ondergrondse uitlopers. De stengel staat rechtop en is vertakt en kaal of zwak- en kortbehaard. De bladeren zijn gesteeld, niet-stengelomvattend, niet geoord en geveerd tot veerdelig. De kelkbladeren zijn 2-3 mm lang en elliptisch tot langwerpig van vorm. De goudgele kroonbladen zijn dubbel zo lang. De bloemtrossen zijn zelden meer dan 10 cm lang. De bloeitijd loopt van juni tot oktober. De langwerpige hauwtjes zijn recht of licht gekromd, 0,8-1,8 cm lang, circa 1 mm breed en zitten op 1,2 cm lange stelen.
Herkenning
Naam:
Beekpunge
Taxonomische indeling
Rijk:
Stam:
Klasse:
Cade:
Cade:
Orde:
Familie:
Geslacht:
Veronica
Ereprijs
Plantaginaceae
Lamiales
Lamiiden
Bedektzadigen
Spermatopsida
Embryophyta
Plantae
Weegbreefamilie
Zaadplanten
Landplanten
Planten
Latijnse naam:
Beekpunge (Veronica beccabunga) is een plant uit de weegbreefamilie (Plantaginaceae). De stengel en het blad van deze waterminnende plant zijn kaal en iets vlezig. Het is een vaste plant, in de winter bladhoudende soort. De bladeren bevatten antivriesstoffen. Het verspreidingsgebied bestaat uit vrijwel geheel Europa, het westen en noorden van Azië en ook in Noord-Afrika wordt de plant aangetroffen. De soort is in de Lage Landen vrij algemeen, maar zeldzaam in voedselarme zandstreken en in zeeklei- en brakwatergebieden. De bloempjes zijn blauw en 5-8 mm groot. Er zijn vier kroonblaadjes, waarvan de bovenste het grootste is. Verder zijn er vier kelkblaadjes en twee meeldraden. Beekpunge bloeit in langgesteelde, ijle trossen die in bloei staan tussen mei en september. De bloemtrossen groeien okselstandig, en bevatten twintig tot vijfentwintig bloemen per hoofdje. De plant vormt een 3-4 mm groot bolvormige doosvrucht die onbehaard is. De planten hebben stevige ronde en gladde stengels. Aan waterkanten liggen ze op de grond en gedeeltelijk ook in het water. Vanuit deze liggende stengels groeien ze gebogen omhoog. De 3,5-5 cm grote, gekartelde tot gezaagde, donkergroene bladeren zijn kort gesteeld en eirond tot langwerpig. De bladbasis loopt wigvormig af naar de steel. De bladeren staan tegenover elkaar aan de stengel. Het blad is enigszins vlezig en glanst. De plant kan volledig ondergedoken blijven, vooral in snelstromend water, de bladeren zijn dan slapper en langer.
Herkenning
Naam:
Beenbreek
Taxonomische indeling
Rijk:
Stam:
Klasse:
Cade:
Cade:
Orde:
Familie:
Geslacht:
Narthecium
Nartheciaceae
Dioscoreales
Monocotyledonae
Angiospermae
Spermatopsida
Embryophyta
Plantae
Eenzaadlobbigen
Bedektzadigen
Zaadplanten
Landplanten
Planten
Latijnse naam:
Beenbreek (Narthecium ossifragum) is een lelieachtige plant uit de familie Nartheciaceae. Het is een zeldzame soort van venige heidevelden, met name aan de rand van beekdalen en ook wel op blauwgraslanden. De soort staat op de rode lijst in Vlaanderen en Nederland als zeer sterk afgenomen. In Nederland is de plant vanaf 1 januari 2017 niet meer wettelijk beschermd. De 10 - 30 cm grote overblijvende plant uit de beenbreekfamilie heeft heldergele bloemen. Het doorgaans massale optreden maakt haar in de bloeitijd (juni- augustus) volstrekt onmiskenbaar. Ook in het najaar geldt dat vanwege de opvallende oranjerode doosvruchten. Lange tijd dacht men dat beenbreek botbreuken bij met name schapen veroorzaakte. Een mogelijke verklaring daarvoor is dat de plant uitsluitend groeit op zure bodems waar niet of nauwelijks kalk in zit, terwijl kalk nodig is voor een stevig skelet. Ook groeit beenbreek op vochtige bodems waarin vee gemakkelijk wegzakt.
Herkenning
Naam:
Blauwe waterereprijs
Taxonomische indeling
Rijk:
Stam:
Klasse:
Cade:
Cade:
Orde:
Familie:
Geslacht:
Veronica
Ereprijs
Plantaginaceae
Lamiales
Lamiiden
Bedektzadigen
Spermatopsida
Embryophyta
Plantae
Weegbreefamilie
Zaadplanten
Landplanten
Planten
Latijnse naam:
De blauwe waterereprijs (Veronica anagallis-aquatica) is een eenjarige, tweejarige of overblijvende plant die behoort tot de weegbreefamilie (Plantaginaceae). De plant komt van nature voor in Eurazië en verder in Noord- en Zuid-Afrika, Noord- en Zuid-Amerika en in Nieuw-Zeeland. De blauwe waterereprijs kan kruisen met de rode waterereprijs (Veronica catenata), maar deze bastaard is onvruchtbaar. De plant wordt 15-60 cm hoog en heeft een groene of soms roodachtige, meestal iets vierkantige stengel. De 12 cm lange en 4 cm brede, langwerpige tot lancetvormige bladeren zijn meer bovenaan de stengel halfstengelomvattend. De onderste bladeren hebben en korte steel. De blauwe waterereprijs bloeit van mei tot de herfst met lila tot blauwe, 4-7 mm grote bloemen. In de keel van de bloem zitten paarse adertjes. De spitse schutbladen zijn lintvormig. De kelkslippen zijn eirond tot lancetvormig. De breder dan hoge kroonbuis is veel korter dan 2 mm. De steel van de bloem maakt na de bloei een scherpe hoek met de as van de tros, die in de oksels van de bovenste bladeren zitten. De 2,5-4 mm grote vrucht is een opgezwollen, eironde tot rondachtige, zwak ingesneden doosvrucht, die rechtopstaande kelkslippen heeft. De achtergebleven stijl is 1,5-2,5 mm lang. Het zaad is kleiner dan 0,5 mm. De plant komt voor in ondiep, stromend water en langs het water op natte, voedselrijke grond.
Herkenning
Naam:
Gewone dotterbloem
Taxonomische indeling
Rijk:
Stam:
Klasse:
Cade:
Cade:
Orde:
Familie:
Geslacht:
Caltha
Caltha palustris
Ranunculaceae
Ranunculales
Tweezaadlobbigen
Bedektzadigen
Spermatopsida
Embryophyta
Plantae
Ranonkelfamilie
Zaadplanten
Landplanten
Planten
Latijnse naam:
De gewone dotterbloem (Caltha palustris subsp. palustris) is een vaste plant uit de ranonkelfamilie (Ranunculaceae). De bloem ontleende zijn naam aan het Duitse 'Dotter' en het etymologisch verwante Middelnederlandse 'doder' (dodre) wat ‘dooier’ betekent, daarmee verwijzend naar zijn gele kleur. De gewone dotterbloem onderscheidt zich van de zeldzaam voorkomende spindotterbloem (Caltha palustris subsp. araneosa) door de holle, niet verdikte knopen van de bloemstengels en het ontbreken van een elleboogvormige knik. De plant behoudt zijn bladeren. De bladeren zijn rond tot bijna niervormig. De plant wordt 45-60 cm hoog. De favoriete standplaats is langs randen van sloten, beken, in vochtige weilanden, brongebieden en andere zompige plaatsen. Op deze plaatsen komt de plant zowel in de volle zon als in de halfschaduw voor. De bloeiperiode loopt van maart tot april en soms nog van augustus tot september. De ongeveer 4 cm grote bloemen tellen vijf tot acht gele kelkbladen, geen kroonbladen en talloze meeldraden.Licht glanzende bladen. De onderste bladeren zijn lang gesteeld. De bloemstengels zijn hol en glad.
Herkenning
Naam:
Egelboterbloem
Taxonomische indeling
Rijk:
Stam:
Klasse:
Cade:
Cade:
Orde:
Familie:
Geslacht:
Ranunculus
Boterbloem
Ranunculaceae
Ranunculales
Tweezaadlobbigen
Bedektzadigen
Spermatopsida
Embryophyta
Plantae
Ranonkelfamilie
Zaadplanten
Landplanten
Planten
Latijnse naam:
De egelboterbloem (Ranunculus flammula), voorheen ook wel egelgras[1], is een plant uit de ranonkelfamilie (Ranunculaceae). De plant komt vooral voor op vochtige, moerassige plaatsen. Ze hebben enkelvoudige bladeren en kleine gele bloemen die relatief bleek zijn. Ze hebben rechtopstaande of liggende en bewortelde stengels. De plant is giftig en de smaak van de plant is scherp vanwege het aanwezige anemonol, dat ook in anemonen voorkomt. Hierdoor wordt bij het vers eten van de plant het slijmvlies aangetast. Vee mijdt derhalve de plant. De bloem is bleekgeel en glanzend en heeft een doorsnede van 0,8-2 cm. Er zijn vijf kroonblaadjes en vijf kelkblaadjes. Bovendien heeft de plant veel meeldraden. De bloemsteel is gegroefd. De bloeiwijze is alleenstaand of schermvormig en de bloeitijd loopt van mei of juni tot in de herfst. Het onderste blad is langwerpig of eirond, de bovenste lancetvormig en ongesteeld. De egelboterbloem draagt onbehaarde dopvruchten.
Herkenning
Naam:
Gele lis
Taxonomische indeling
Rijk:
Stam:
Klasse:
Cade:
Cade:
Orde:
Familie:
Geslacht:
Iris
Lis
Iridaceae
Asparagales
Eenzaadlobbigen
Bedektzadigen
Spermatopsida
Embryophyta
Plantae
Lissenfamilie
Zaadplanten
Landplanten
Planten
Latijnse naam:
De gele lis (Iris pseudacorus) is een plant uit de lissenfamilie (Iridaceae). Het is een 0,8–1 m hoge oeverplant van zoet, stilstaand of langzaam stromend water. De plant groeit in water dat tot zo'n 30 cm diep is. De lange, smalle bladen hebben een iets opstaande middennerf en blijven het gehele jaar groen. De bloemen zijn van mei tot juni te zien en zijn 5–12 cm in doorsnee. De bloem heeft een groot groen schutblad, drie grote afhangende bloemdekslippen, en drie kleinere kroonbladen. Na de bloei zitten de zaden als een rolletje munten opgestapeld in driekantige zaaddozen. Deze bevatten luchtholten waardoor ze blijven drijven. In Nederland en in iets mindere mate in Vlaanderen is de plant een bekend gezicht langs sloten en andere ondiepe waterwegen. Het aantal planten liep eind 20e eeuw in Nederland fors terug, reden waarom de plant in de lijst van wettelijk beschermde planten opgenomen is geweest.
Herkenning
Oeverplanten-1
2e pagina